Het rapport
Warm kloppend hart is opgesteld door de directie Personeel en Organisatie.
'Een projectteam heeft onderzocht wat er onder het personeel leeft', zegt
een woordvoerder van het ministerie. De belangrijkste conclusie is dat
de ambtelijke top geen verantwoordelijkheid neemt. 'Het Leitmotiv voor
topambtelijk handelen wordt sterk gekleurd door het credo: hoe voorkom
ik gedoe.'
De topambtenaren hebben hierdoor
ook de grip op hun medewekers verloren, stellen de schrijvers van het rapport.
Dit is al langer een probleem. Tot in het midden van de jaren negentig
slaagden de meeste diensten van Rijkswaterstaat, het uitvoerend orgaan
van het ministerie, er niet in een goedkeurende accountantsverklaring te
krijgen. Hierdoor was het niet mogelijk om te bepalen of belastinggeld
goed werd besteed. Nadat het ministerie in actie was gekomen, is de toestand
snel verbeterd. Sinds 1999 hebben alle diensten wel het fiat van een accountant.
Het ministerie heeft de afgelopen
jaren ook veel nieuwe beleidsinstrumenten geïntroduceerd, maar dat
heeft volgens Warm kloppend hart weinig geholpen. 'Zo ontstaat ook de grote
leugen: men vult formulieren in, omdat dat nu eenmaal is voorgeschreven
en onderwijl bedenkt men wel iets wat in die formulieren past.'
Het ministerie creëert hierdoor
een 'schijnwereld'. 'Zoals de secretaris-generaal die denkt dat hij met
besturingsarrangementen tussen hem en de directeuren-generaal het ministerie
kan beheersen.'
Het ministerie is de laatste maanden
meerdere keren in opspraak geraakt. Vrijdag onthulde A. Bos, voormalig
directeur bij wegenbouwer Koop Tjuchem, dat zeker vijftig ambtenaren bij
Rijkswaterstaat zich hebben laten omkopen door bouwbedrijven.
Bos' beweringen werden ondersteund
door A. Terlingen, de voormalige vice-voorzitter van het overkoepelende
Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB). Minister Netelenbos van Verkeer en
Waterstaat, waaronder Rijkswaterstaat valt, noemde het aantal van vijftig
onwaarschijnlijk hoog.
Corrupte ambtenaren vliegen volgens
haar direct de laan uit. Tussen 1992 en 1996 werden zeventien ambtenaren
van Rijkswaterstaat wegens onregelmatigheden uit hun functie gezet.
Het is de vraag of de minister hiermee
alle gevallen te pakken heeft. Aangifte doen van misstanden wordt door
de cultuur bij Rijkswaterstaat in ieder geval niet bevorderd, blijkt uit
het rapport. 'Zoals iemand zei tijdens een van de expertmeetings: ''Angst
regeert. Wee je gebeente als je daar doorheen wilt prikken. Dan sta je
dus te boek als zo'n dwarsdenker, die ze liever in de praktijk niet binnen
de organisatie hebben. De consequenties zijn overigens niet leuk: je wordt
gepakt, doodgezwegen, en hoort er niet meer bij.''
Ook van de managers hoeft minister
Netelenbos niet veel te verwachten. 'De ziel van de doorsnee manager bij
Verkeer en Waterstaat is al gauw omgeven door zo'n dikke laag eelt, dat
die manager - al was het maar uit zelfbehoud - zichzelf opsluit in een
cocon, waar signalen van buiten moeilijk binnenkomen.'
Volgens de woordvoerder van het
ministerie is het rapport aanleiding geweest om het personeelsbeleid te
veranderen.
De schrijvers van het rapport vinden
dat ook de minister haar verantwoordelijkheid moet nemen: 'Het komt steeds
vaker voor dat ambtenaren in de politieke arena geslachtofferd worden,
ook al zegt de Grondwet dat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk
zijn.'
|